maandag 24 oktober 2011

De eerste weken van het ouderschap

Het ouderschap bestaat voor een groot deel uit leren loslaten. Dit grote loslaten begint al bij de geboorte. Nadat je negen maanden lang alles voor je kindje hebt kunnen doen, moet je het voldoende los durven laten om het zelf te laten ademen en meteen daarna zelf te laten eten.
Het ademen is iets waar de meeste ouders gelukkig niet bij stil hoeven te staan, het gaat meestal zonder problemen vanzelf.

Maar met het eten ligt dit even anders. Wanneer er wordt gekozen voor flesvoeding dan moet er eerst gezocht worden naar de juiste fles, de juiste speen, de juiste voeding en de juiste hoeveelheid. Ik heb zelf nooit flesvoeding gegeven en kan er dus niet uit eigen ervaring over meepraten. Maar ik heb wel vele verhalen gehoord van andere moeders. Spugen, krampjes, verstopping, de problemen waren niet te tellen. Maar eerlijk is eerlijk, je moet je hierbij wel realiseren dat een moeder die zonder problemen flesvoeding geeft niet klaagt en je de positieve verhalen dus veel minder hoort. Toch zou menig moeder volgens mij de navelstreng nog wel even intact willen laten om zo die eerste week nog wat bij te kunnen voeden, zodat rustig uitgevonden kan worden wat de beste voeding is voor hun kind.

Ikzelf geef borstvoeding en daarbij komen weer hele andere zaken aanbod. Zo'n beetje iedere moeder twijfelt in het begin: 'krijgt mijn kindje wel voldoende binnen, is mijn melk wel goed?'. Want, tja, een borst is niet uitgevoerd met een maat erop, dus je weet nooit hoeveel je kindje gedronken heeft. Vroeger werd hiervoor de weegschaal gebruikt. Gelukkig is deze methode afgeschaft, want dit zorgde alleen maar voor een hoop onnodige zorgen. De criteria zijn nu, is je kind tevreden en plast het goed, dan krijgt het genoeg te drinken. En dus moet je er als moeder maar op vertrouwen dat het goed gaat (wat het ook altijd doet) en je zoon of dochter een beetje loslaten, er op vertrouwen dat hij of zij zelf zorg kan dragen voor zijn of haar eigen groei.
Als kersverse moeder ging ik er vanuit dat mijn kindje wel zou weten hoe drinken uit de borst moest. Vaak genoeg had ik jonge poesjes meteen na de geboorte richting mama's buik zien schuifelen om daar zonder enige hulp een tepeltje te pakken en vol genoegen te gaan drinken. Maar bij mensenbaby’s bleek dit toch even anders.
De eerste dagen was ik soms een kwartier bezig voordat ik mijn dochtertje goed aangelegd had. Zij was in het begin van mening dat alleen mijn tepel meer dan genoeg was voor haar kleine mondje, terwijl mij door iedereen op het hard gedrukt was dat ze zo niet goed kon drinken en ik tepelkloven zou krijgen.

Maar wanneer moeder en kind het dan onder de knie hebben dan vind ik borstvoeding echt een uitkomst. Altijd beschikbaar (tenminste als alles goed gaat), altijd op temperatuur en altijd de goede samenstelling, ideaal.
Beschikbaarheid is een groot goed. Iedere ouder weet dat niet alles altijd loopt zoals je verwacht had. Plotseling kan je niet naar huis op een moment dat je dat wel gewild en gepland had. En daar zit je dan met een huilend kind met honger. Met borstvoeding is dat geen probleem. Je moet enkel even een rustig plekje vinden om te zitten en klaar ben je.
En beschikbaarheid is ook erg makkelijk bij ongeduldige baby'tjes. Sommige kindertjes willen eten, van het ene op het andere moment. Als er dan eerst nog een fles opgewarmd moet worden kan dit heel wat vragen van het geduld van zowel de ouders als het kind. Het kind denkt: 'Ik heb honger waarom snappen ze dat nou niet' en de ouder denkt: 'Ik ben toch voor je bezig, heb nou even geduld.'
Nee, eerlijk is eerlijk, zo'n fles lijkt mij persoonlijk maar niets. En wat is er nou intiemer dan je kindje dicht tegen je aan met zijn of haar neusje in je borst.

Na een maand gaat je kindje dan op de weegschaal en krijg je de verlossende woorden te horen. Wat je allang wist, want je kind at goed, plaste goed en was levendig en tevreden, wordt bevestigd, je zoon of dochter is voldoende aangekomen.
Toch, sommige kinderen komen de eerste maanden weinig aan, andere juist vrij veel, dus ook hierin vindt de prille moeder weinig houvast. Het enige houvast wat echt betrouwbaar is, is het moedergevoel (of vadergevoel), hetgeen zeer onderschat wordt. En met dit gebrek aan houvast komen we weer terug bij het leren loslaten.

Het volgende punt waarop losgelaten moet worden is slapen. Veel ouders nemen hun kindje de eerste dagen bij zich in bed omdat ze dit een rustig idee vinden. Andere ouders vinden dit juist een doodeng idee en leggen hun kindje meteen in de wieg.
Hoe dan ook, ik denk dat er maar weinig ouders zijn die niet even bij hun zoontje of dochtertje gaan kijken tussen de voedingen door. Ligt hij of zij goed, is het niet te koud of te warm in de kamer en soms ook de angstige vraag: ademt mijn kindje nog. Maar na een paar weken is dit slapen de normaalste zaak van de wereld en heb je ongemerkt weer een beetje los gelaten. Tot de eerste keer dan je baby'tje ziek wordt. Plotseling sta je 's nacht weer aan zijn of haar bed of slaapt je kindje weer bij je in bed, check je de ademhaling 's nachts weer (vooral bij een verstopte neus). En ook hier moet je als ouder weer leren loslaten, leren vertrouwen op het kunnen van je kind, ook als het ziek is.

Ademen, eten, drinken, slapen, het lijkt zo vanzelfsprekend en dat is het zeker ook. Maar toch is het voor de meeste ouders de eerste kennismaking met een proces wat een leven lang gaat duren. Het proces van de steeds groeiende zelfstandigheid.

Liesbeth Vogel
www.opvoedadvies.nl

zondag 23 oktober 2011

Boek: "MindfulMama" door Iris Bouwman


Mindfulness is 'Genieten van het NU' denken veel mensen. Als dit moment een leuk moment is, dan is dat meegenomen. Geniet je van een moment met je kinderen, dan is dat natuurlijk extra fijn. Maar Genieten is geen voorwaarde voor mindfulness. Je bent juist mindful als je je gevoelens kunt toelaten als je bijvoorbeeld boos of verdrietig bent en ze niet probeert weg te krijgen. Gevoelens wegduwen kost een heleboel energie en kan je een gestrest gevoel bezorgen. Je zou kunnen zeggen dat echt aanwezig zijn in het moment voldoende is voor mindfulness. Het geeft je de mogelijkheid om blij te zijn met mooie dingen, en om verdrietig te zijn op verdrietige momenten. Genieten is dus geen noodzakelijke voorwaarde. Mindfulness betekent: Leven in het NU!

Voordelen van mindfulness:
Volledige aandacht voor je kinderen, partner en de dingen die je doet
Rust ervaren in ieder moment van de dag, dus ook in de hectiek
Meer geduld
Minder stress

Iris Bouwman: "Ik kwam erachter dat ik niet de enige mama was die wel wat rust kon gebruiken, en met het boek Mindfulmama wil ik mijn ervaringen met mindfulness met andere mama's delen. Hoe blijf je bijvoorbeeld rustig tijdens het ochtendritueel en ga je om met het vooruitzicht van 6 weken schoolvakantie? Het komt allemaal aan bod in het boek."

Recensies:
Weer een boek over mindfulness? Ja, maar dit boek is wel heel erg praktisch en prettig leesbaar. Iris Bouwman schrijft met de nodige humor en fijne relativeringen. Bijna iedere pagina heeft een 'gut-ja-zo-had-ik-het-nog-nooit-bekeken' effect.
J/M voor Ouders

Dit boek biedt praktische tips en oefeningen om nu eens écht meer rust in je leven te creëren, zonder dat je daar van alles voor hoeft te doen....! 
Mind Magazine

zaterdag 22 oktober 2011

7 Peuterproblemen & oplossingen

De peutertijd is leuk, maar kan ook voor een hoop frustratie zorgen. Zowel voor jou als je kind. Maar geen paniek. Wij hebben de meest voorkomende peuterproblemen en de oplossingen voor je op een rijtje gezet.

1) Niet slapen
Dit is één van de meest voorkomende gedragsproblemen bij peuters, niet willen slapen. De oorzaak kan liggen in dat je kind zich alleen voelt in zijn eigen bedje, te veel prikkels heeft gekregen gedurende de dag of hij wil onafhankelijk zijn en zegt graag ‘nee’.

Wat te doen?
Wat de oorzaak ook is, een vast bedritueel kan de oplossing zijn. Lees samen rustig een boekje, knuffel wat, misschien nog wat drinken. Veel kinderen genieten van het naar-bed-ritueel. Op dat moment heeft je kind je voor zichzelf alleen en krijgt hij alle aandacht. Ook heeft het als voordeel dat je kind zich kan voorbereiden op het feit dat hij over een half uurtje op bed ligt.

2) Niet eten
Na niet willen slapen, zorgt het niet willen eten vaak voor frustratie. Het is logisch dat je kind minder eetlust heeft, omdat hij minder hard groeit dan toen hij baby was. Bovendien zijn de meeste peuters erg beweeglijk en kost het hen veel moeite om lang aan tafel te blijven zitten. Let op: geef het niet eten van je kind niet al te veel aandacht. Je loopt het risico dat je kind het niet eten, gebruikt om aandacht te krijgen.

Wat te doen?
Je kind onder druk zetten om toch te eten, is geen oplossing. Het is niet goed als je kind denkt dat hij moet eten om aardig gevonden te worden of om negatieve gevoelens weg te nemen. Wel kun je je kind prijzen omdat het zo netjes eet of aan tafel blijft zitten. Ga ook geen machtsstrijd aan. Haal als je kind niet eet na vijf minuten zijn bord weg zonder verder commentaar. Geef hem tot de volgende maaltijd niets anders te eten. Na één of twee maaltijden overslaan, beginnen de meeste kinderen vanzelf te eten.

3) Ruziemaken
Als broertjes en zusjes ruziemaken heeft dat vaak te maken met rivaliteit. Je peuter denkt dat de jongste meer aandacht krijgt en gaat ruzie zoeken om ook aandacht te krijgen. Negatieve aandacht is ook aandacht.

Wat te doen?
Zorg ervoor dat je kinderen even veel aandacht krijgen. Als je peuter de oudste is, prijs hem dan als grote broer. Geef hem een knuffel als hij zich goed gedraagt en negeer negatief gedrag. Zo leert je peuter dat hij meer aandacht krijgt als hij zich lief gedraagt, dan als hij ruzie zoekt.

Mama en Zo tip: Meer lezen over ruziemakende kids en hoe je ermee dealt? Lees dan ons artikel overruziënde broertjes en zusjes.

4) Driftbuien
Je peuter wordt hysterisch middenin de supermarkt of loopt krijsend met je mee over straat. Driftbuien komen ineens op, maar kunnen dus ook net zo snel weer verdwijnen.

Wat te doen?
Deze uitbarstingen totaal negeren, is de beste oplossing. Hoe moeilijk dit soms ook kan zijn. Probeer je kind af te leiden met iets simpels. Vraag bijvoorbeeld waar z’n favoriete speelgoed is.

5) Overmatig huilen
Alle kinderen huilen en eigenlijk altijd om een reden. Naast dat er echt iets is, huilen ze vaak om aandacht. Als je peuter overmatig huilt, besteed hier dan aandacht aan. Het huilen heeft dan een achterliggende, diepere reden. Het is belangrijker te weten waarom je kind huilt, dan het proberen te stoppen.

Wat te doen?
Vraag aan je peuter wat er is en neem het antwoord altijd serieus hoe gek het jou ook in de oren klinkt. De belevingswereld van je kind is erg anders dan die van jou. Als je denkt dat je kind zich vaak verdrietig of bang voelt, voel dan met hem mee. Kijk ook of je kind geen pijn heeft, doordat hij vaak aan z’n hoofd of buik zit als hij huilt.

6) Slaan en bijten
Peuters hebben hun emoties nog lang niet onder controle. Zo kan het ook zomaar voorkomen dat je kind, tijdens een uitbarsting, gaat slaan of bijten.

Wat te doen?
Maak hem meteen duidelijk dat je zijn gedrag niet accepteert. Wees streng maar gebruik nooit zelf geweld. Probeer een time-out en leg hem uit waarom hij deze krijgt. Vertel hem na deze time-out dat je van hem houdt en dat je trots op hem bent als hij niet slaat of bijt.

7) Alles zelf doen
Je peuter voelt zichzelf al heel groot en wil graag alles zelf doen. Moet je hem zijn gang maar laten gaan of bijsturen?

Wat te doen?
Gebruik je gezonde verstand. Je weet zelf het beste of je kind iets alleen kan of niet. Zorg dat je in de buurt bent om te helpen, maar neem hem niet alles uit handen. Dit zorgt bij je peuter voor frustratie, waardoor jij met een driftbui zit. Als iets gevaarlijk is, zeg je duidelijk ‘nee’, want veiligheid gaat altijd voor.