woensdag 14 december 2011

7 fabels over borstvoeding

1. Van borstvoeding geven, krijg je hangborsten
Na de zwangerschap en bevalling worden borsten vaak wat slapper. Dat heeft te maken met het doormaken van een zwangerschap. Tijdens de zwangerschap groeit het klierweefsel in de borst, waardoor de borsten er groter en voller uit gaan zien. Na de borstvoedingsperiode komt het klierweefsel weer in een rustfase en neemt het vetweefsel toe. Bij sommige vrouwen worden de borsten dan kleiner, bij andere blijven ze wat groter en weer andere krijgen hun ‘oude’ borsten terug. Het maakt geen verschil of wel of geen borstvoeding wordt gegeven. Wel is het zo dat natuurlijk herstel het beste is en dat de veranderingen geleidelijker gaan als er borstvoeding wordt gegeven.

2. Flesvoeding is tegenwoordig net zo goed als borstvoeding
Flesvoeding is een alternatief voor borstvoeding, maar borstvoeding is beter. Er zitten afweerstoffen in die niet in flesvoeding zitten. Vooral het colostrum, de melk die moeders in de eerste paar dagen na de geboorte produceren, bevat grote hoeveelheden stoffen die beschermen tegen ziekten. Daarna is de hoeveelheid aan deze stoffen lager, maar omdat kinderen meer drinken, krijgen ze evenveel beschermende stoffen binnen als in het begin. Hoe langer borstvoeding wordt gegeven, hoe beter het is.

Bovendien zorgt huid-op-huid-contact bij borstvoeding voor de aanmaak van oxytocine, ook wel het ‘knuffelhormoon’ genoemd. Hierdoor wordt het kind, maar ook de moeder rustiger en ontspannen. Ook ervaren baby’s minder pijn, bijvoorbeeld wanneer zij een hielprik krijgen en direct er na borstvoeding krijgen.

3. Een kind krijgt via de borst te weinig voeding
Bij voeden op verzoek komt het bijna nooit voor dat een vrouw te weinig melk heeft voor haar baby. Als een kind telkens wordt aangelegd zodra het wil drinken, maakt het lichaam de hoeveelheid melk aan die nodig is.

4. Een vrouw die borstvoeding geeft, heeft geen zin in seks
Het moment waarop een vrouw weer zin krijgt in seks, wordt vooral bepaald door het verloop en het herstel van de bevalling. Borstvoeding geven kan soms juist de zinnen prikkelen: het hormoon oxytocine, dat vrij komt tijdens het voeden, speelt ook bij het vrijen een belangrijke rol.

5. Borstvoeding is niet te combineren met werk
Borstvoeding blijven geven als je weer gaat werken, is soms lastig maar zeker niet onmogelijk. In de Arbeidstijdenwet is vastgelegd dat een werkgever een geschikte ruimte beschikbaar moet stellen aan een vrouw die haar kind wil voeden of moedermelk wil afkolven. Tot het kind negen maanden is, mag een vrouw daar tot een kwart van haar werktijd aan besteden.
Als het kolven erg moeizaam gaat, is het ook een mogelijkheid om een aantal voedingen overdag te vervangen door flesvoeding en daarnaast borstvoeding te blijven geven. Het aantal voedingen dat een vrouw zelf kan blijven geven, is doorgaans veel groter dan het aantal voedingen dat in werktijd valt. Op die manier blijft het kind toch voor een groot deel profiteren van borstvoeding.

6. Als een vrouw weer gaat werken, loopt de borstvoeding terug
Veel vrouwen ervaren dat de borstvoeding terugloopt zodra ze weer gaan werken. Daar kunnen verschillende oorzaken voor zijn. Op zichzelf is de melkproductie niet zo gemakkelijk te verstoren. Wel kunnen stress bij de moeder, het scheiden van moeder en kind, ziekte of het wegvallen van de nachtvoedingen ertoe leiden dat de melkproductie terugloopt. Meer rust nemen, voldoende drinken en de baby vaak aanleggen wanneer je niet aan het werk bent, helpen de melkproductie op gang te houden.

7. Borstvoeding is een vrouwenzaak
Mannen ervaren borstvoeding vaak als een exclusief ‘vrouwending’, waar zij verder buiten staan. Toch is borstvoeding wel degelijk ook een mannenzaak. Mannen kunnen een belangrijke rol spelen bij het (blijven) geven van borstvoeding. Door erbij te zijn, door moeder en kind vast te leggen op foto of film en door praktische hulp te bieden, bijvoorbeeld het verschonen van de baby na de voeding, wat te drinken halen voor de moeder of het bezighouden van een ouder kind. Daarnaast is het belangrijk dat mannen de moeder mentale ondersteuning bieden, door waardering uit te spreken, aandacht te geven en de moeder gerust te stellen bij twijfel of het kind wel genoeg krijgt. Veel vrouwen hechten grote waarde aan de mening van hun partner als het gaat om keuzes maken rondom borstvoeding, zoals stoppen of doorgaan. Borstvoeding is het waard om er ook een mannenzaak van te maken: een natuurlijke investering in de gezondheid van moeder en kind en nog mooi om naar te kijken ook!

Geen opmerkingen:

Een reactie posten